Namaste, thank you, and from the Netherlands. Dat zijn de drie dingen die we onze eerste dag in Kathmandu voornamelijk hebben gezegd.
Op het vliegveld werden we hartelijk ontvangen door Ram met bloemenkransen. Zijn chauffeur bracht ons naar het hotel. Al snel werd ons duidelijk waarom er een chauffeur was. Een grote chaos is het verkeer. Er zijn geen stoplichten en niemand houdt zich aan de verkeersregels. In het hotel voelden we ons op handen gedragen. Onze bagage mochten we echt niet meer zelf tillen en we kregen direct een Nepalees kopje thee aangeboden. Thank you, thank you, thank you. Na heel veel dankbaarheid van Ram dat we er zijn, wandelen we door de wijk Thamel. Een wijk vol kleine winkeltjes, veel afval en overal loshangende stroomkabels. Dit verklaart ook direct waarom we overal lezen dat de stroom hier ongeveer 7 keer per dag uitvalt.
Overal waar we lopen of een winkeltje binnenkomen, worden we begroet met namaste. Iets wat hier veel betekenissen heeft: hallo, dankjewel, leuk je te ontmoeten, fijn dat je er bent, slaap lekker, ik wens je het beste, enzovoort. Vriendelijk begroeten we iedereen terug. Wat daar vaak snel op volgt is: Where are you from? En vervolgens: Oh, that's below sea level, right? Ze kunnen zich er niets bij voorstellen aangezien de stad Kathmandu al op 1400 meter ligt.
In het hotel maken we kennis met het typisch Nepalese eten: Dal Bhat. De Nepalezen eten dit zowel als lunch als diner. Het is een bord met rijst en allemaal kleine bakjes eromheen. Hier kunnen we wel aan wennen. De porties zijn hier zo groot dat ik er twee keer van zou kunnen eten. We leren direct dat de vraag of je nog iets lust met 'nee' beantwoorden niet kan in deze cultuur. Al is het maar iets kleins, je vraagt altijd iets extra's. Oftewel: ik kom als tientonner terug.
Na het ontbijt, waar ik veel te veel had gegeten omdat ik geen nee meer durfde zeggen, haalde een gids ons op voor een tour door Kathmandu. Ook hij had een chauffeur bij zich om ons door de drukke straten te rijden en zette ons als eerste af bij Budhanath Stupa, het grootste boeddhistische klooster ter wereld. We kijken onze ogen uit, wow! Wat een ding en wat een andere cultuur en gewoontes dan hoe wij ze kennen. Onze gids vertelt ons hier enthousiast over en wil overal foto's van ons maken, zodat we mooie herinneringen hebben. Hier komt weer direct de gastvrijheid van de bevolking naar boven. De gids is niet de enige die foto's van ons wil maken. Regelmatig worden we aangesproken of we met ze op de foto willen. Uhh okey? En dan staan we er al op.
Tijd voor de volgende bestemming: Swayambhunath, oftewel Monkey Temple. Ik vond het fantastisch. 365 trappen omhoog naar de tempel waar de apen om je heen springen. Hier een koe tegenkomen is ook heel normaal, dus we kijken wederom onze ogen uit met alles wat we zien.
Vanaf de Monkey Temple komen we uit bij de heilige rivier waaraan de heilige tempel Pashupatinath ligt. De tempel op zich is qua aanzien ten opzichte van de andere tempels niet per se heel bijzonder, maar de rituelen die er worden uitgevoerd wel. Het is gebruikelijk om crematies van overledenen aan de rivier te doen. Voor de tempel worden ze geëerd en gereinigd met het water van de rivier. Op het moment dat wij kwamen, werd dit net gestart. Alles is openbaar, dus we konden vanaf de andere kant van de rivier meekijken. Na de reiniging wordt de overledene naar de crematieplek gebracht. Hiervan liggen er 10 aan de rivier. Hoe dichter bij de tempel je de overledene wilt cremeren, hoe duurder het is. Op de betreffende plek ligt al een stapel hout klaar. De overledene ligt op een soort brancard en wordt drie keer rond de houtstapel gedragen, waarbij ook drie keer op een schelp wordt geblazen. Na het uitvoeren van nog wat rituelen wordt vanuit de mond het lichaam aangestoken door een van de zonen (heel naar en raar gezicht, zo'n vlam uit een mond). Ik krijg er dan ook allemaal een beetje de kriebels van en heb het wel gezien. Besluiten dan ook om verder te lopen. De familie wacht nog 3-4 uur bij het vuur, om vervolgens het as in de heilige rivier te vegen.
We komen uit bij een leukere Nepalese traditie. Er zitten hele families bij elkaar rond vuurtjes eten te maken. Maandag is de dag dat ze samenkomen en de hele dag vasten, om vervolgens met z'n allen te kunnen eten. Achter deze plek staat onze chauffeur weer te wachten en brengt ons terug naar het hotel.
We lopen weer de Thamel in om wat lunch te scoren. Al die Nepalese gerechten en omschrijvingen snappen we alleen niet. We vinden een bakkertje waar ze verschillende croissantjes verkopen. Lekker safe, maar hier gaan we heen. De man van de bakker geeft ons nog even een lesje Nepalees geld en bedankt ons vriendelijk voor onze komst.
In het hotel ontmoeten we Ram weer, die ons gaat vertellen hoe onze tocht van de komende dagen eruit komt te zien. Hiervan worden we alleen maar nog enthousiaster. Een mega kaart met (denk ik) mega vette plekken. Nog even snel wat laatste dingen shoppen en op tijd naar bed!